Veel pakkendragers lopen een winkel binnen en gaan blind voor een pak van een zogenaamde Super 120 stof. Alleen zegt die term niet zo veel. Natuurlijk het is een aanduiding voor de fijnheid van de vezels die gebruikt zijn. Alle vezels achter elkaar gelegd van 1 kilo (gewassen en gereinigde) wol reiken in dit geval tot 120 kilometer. Maar van welk dier zijn de vezels? Van een schaap, cashmere geit of wellicht een quviut? En dan zijn we pas aan het begin van het vervaardigen van het doek waarvan een pak (of hemd) gemaakt kan worden. In Italië mag er sprake zijn van Super 120 als het gemiddelde van alle vezels op Super 120 uitkomt. In Engeland alleen als de minimale vezeldikte 18 micron is. Bovendien zegt het niks over de afzonderlijke lengte van de vezels. Het kunnen allemaal heel korte zijn en die leiden tot een kwetsbaarder draad en doek. Ook zegt het niks over de zuiverheid van de vezel, en hoe zuiverder hoe echter en dieper de kleuring zal zijn. Want de vraag is of de vezel of de draad wordt gekleurd (of zelfs het geweven doek). Allemaal vragen die tot extra kosten kunnen leiden, maar ook tot meer of minder levendige en diepere kleuring. En de draad kan onder hoge spanning worden gesponnen waardoor je minder vezels nodig hebt maar wel een breekbaarder draad krijgt. Ook zegt de term Super 120 niks over het al dan niet (en zo ja hoe) van het twijnen en/of twisten van de draad in zowel ketting of inslag. Eenmaal op de boom is nog de vraag hoeveel draden er op een centimeter worden geweven. 14 in China, 16 in Italië en gemiddeld 18 in Engeland. De Engelse wevers maken dus echt een hechter en stabieler doek die daardoor langer meegaat. Als het doek eenmaal geweven is kan de finisher nog heel veel bereiken en kapot maken van die originele mooie vezels. Hoe diep wordt er geschoren of opgeruwd, met hoeveel druk wordt er geperst voor meer of minder glans, etc.. En als het doek klaar is, is het nog maar de vraag hoe de pakkenmaker met het doek om gaat. Wordt het pak geplakt of platgeperst, of kan de maker echt uit de voeten met kwetsbare en delicate stoffen? Een pak gemaakt van een stof van een Super 120 vezel zegt dus niks over glans, kreukherstellendheid of de kwaliteit. Wel iets over de kennis van de verkoper.
Vaak krijgen we de vraag wat dat Super 120 nou precies inhoudt en waarom allerlei winkels en merken daar mee dwepen. Om eerlijk te zijn zegt het erg weinig. Hieronder een artikel van etiquettedeskundige Roel Wolbrink, auteur van o.a. Het Blauwe Boekje.
Veel pakkendragers lopen een winkel binnen en gaan blind voor een pak van een zogenaamde Super 120 stof. Alleen zegt die term niet zo veel. Natuurlijk het is een aanduiding voor de fijnheid van de vezels die gebruikt zijn. Alle vezels achter elkaar gelegd van 1 kilo (gewassen en gereinigde) wol reiken in dit geval tot 120 kilometer. Maar van welk dier zijn de vezels? Van een schaap, cashmere geit of wellicht een quviut? En dan zijn we pas aan het begin van het vervaardigen van het doek waarvan een pak (of hemd) gemaakt kan worden. In Italië mag er sprake zijn van Super 120 als het gemiddelde van alle vezels op Super 120 uitkomt. In Engeland alleen als de minimale vezeldikte 18 micron is. Bovendien zegt het niks over de afzonderlijke lengte van de vezels. Het kunnen allemaal heel korte zijn en die leiden tot een kwetsbaarder draad en doek. Ook zegt het niks over de zuiverheid van de vezel, en hoe zuiverder hoe echter en dieper de kleuring zal zijn. Want de vraag is of de vezel of de draad wordt gekleurd (of zelfs het geweven doek). Allemaal vragen die tot extra kosten kunnen leiden, maar ook tot meer of minder levendige en diepere kleuring. En de draad kan onder hoge spanning worden gesponnen waardoor je minder vezels nodig hebt maar wel een breekbaarder draad krijgt. Ook zegt de term Super 120 niks over het al dan niet (en zo ja hoe) van het twijnen en/of twisten van de draad in zowel ketting of inslag. Eenmaal op de boom is nog de vraag hoeveel draden er op een centimeter worden geweven. 14 in China, 16 in Italië en gemiddeld 18 in Engeland. De Engelse wevers maken dus echt een hechter en stabieler doek die daardoor langer meegaat. Als het doek eenmaal geweven is kan de finisher nog heel veel bereiken en kapot maken van die originele mooie vezels. Hoe diep wordt er geschoren of opgeruwd, met hoeveel druk wordt er geperst voor meer of minder glans, etc.. En als het doek klaar is, is het nog maar de vraag hoe de pakkenmaker met het doek om gaat. Wordt het pak geplakt of platgeperst, of kan de maker echt uit de voeten met kwetsbare en delicate stoffen? Een pak gemaakt van een stof van een Super 120 vezel zegt dus niks over glans, kreukherstellendheid of de kwaliteit. Wel iets over de kennis van de verkoper. Comments are closed.
|
Volg ons op instagramArchief
April 2021
Categorieën |